Een wonderlijk verhaal over een masker en een volk dat in de Australische woestijn woont.

Vandaag is het de dag van de Zonnewende. Een mooie warme dag om een wonderlijk verhaal te delen over een volk dat in de Australische woestijn woont en waar ik in mijn droomwereld mee verbonden ben ... Wel eerst met een uitvoerige inleiding om jullie een kijkje te geven in één van mijn creatieve processen tijdens mijn eerste jaar van "De kleine Tiki".

Laatst zocht ik tussen mijn dozen naar iets van “De Kleine Tiki” waar ik vijf jaar met veel genot en grote dankbaarheid verschillende opleidingen heb gevolgd. Destijds heette het nog: “School voor persoonlijke ontwikkeling en kunstzinnig dynamisch coachen” opgericht en gerund door het echtpaar Roeland en Vonne Hoefsloot. In mijn tijd "zat" de Kleine Tiki nog op de hoek bij het Valkenberg in de oude verffabriek, zoals mijn ouders dat gebouw noemden. Een heerlijk oud gebouw van drie verdiepingen met krakende houten trappen, een grote zolder en op de eerste en tweede verdieping allemaal verschillende lesruimtes: de één knus met balken tegen het plafond, de ander met allerlei hoekjes en nissen, weer een ander met een schuin dak of juist ruim en met uitzicht op de binnentuin. Kortom, het gebouw ondersteunde in mijn beleving het speelse, onderzoekende en avontuurlijke karakter van de opleidingen. Al met al een sfeer waar ik van genoot, helemaal in thuiskwam en me gezien en geborgen voelde. Ik heb op die plek vier opleidingsjaren gedaan: de drie basisjaren en het specialisatiejaar “jongeren en kinderen met ouders”.
Later verhuisde de Kleine Tiki naar het Zaartpark, ook in Breda, en hebben Vonne en Roeland de school overgedragen aan hun zoon en dochter. De opleidingen worden nu gegeven in een klein gelijkvloers gebouwtje omringd door veel groen en rust. Daar heb ik mijn tweede specialisatiejaar (KDC werken in groepen) gedaan, tegelijk dus mijn vijfde jaar. De nieuwe locatie en natuurlijke omgeving is prachtig maar voor mij is de sfeer van het magische, wat me zo aantrok in het oude gebouw, verdwenen. Ik moest erg wennen aan het vierkante, voor mij steriel overkomende, betonnen gebouwtje.

Toen ik aan de Tiki begon was ik nog niet zo lang terug uit Spanje, waar ik 22 jaar gewoond en gewerkt heb. Ik was op dat punt nog zoekende om mijn plek hier weer te vinden. Niets in Nederland was meer hetzelfde en ik natuurlijk ook niet. In Spanje voelde ik me vanaf de eerste dag meteen thuis en hoefde me totaal niet aan te passen. Eenmaal terug in Nederland kreeg ik het gevoel in een hokjesmaatschappij terecht gekomen te zijn. Alles ging voor mijn gevoel tien keer sneller, alles moest altijd meteen en er liep NIETS zonder afspraak. Het losse, spontane open karakter van het Spaanse leven stond in schril contrast met de strak geplande stress-maatschappij waar ik ineens in beland was. De Tiki was mijn redding uit dit keurslijf. Al direct op de open dag had een korte oefening met een bolletje klei me enorm geraakt. Als door een pijl van Cupido getroffen kreeg ik daar op dat moment weer verbinding met iets dat ik al lang kwijt was: voor mij was het de herinnering aan mijn ziel en totaal geëmotioneerd fietste ik terug naar huis.
Sindsdien is creativiteit niet alleen een poort naar mijn ziel maar ook de taal van mijn ziel.

Maar goed, ik was dus op zoek in een paar oude dozen naar een schriftje uit mijn Tiki-tijd en kwam toen het verslag over “mijn masker” tegen. Dit thema besloeg 3 hele lesdagen en was ontzettend boeiend om te doen. Naast het intuïtief maken van een masker gingen we er ook mee in gesprek en schreven we er een verhaal bij. Het was ronduit magisch wat er ontstond bij iedereen. Mijn masker verrastte me totaal. Het had een uitdrukking van een ontspannen, vrolijke zorgeloosheid waar ook iets van een onschudige "onderbroekenlol" vanaf straalde.

Door vanuit stilte, dus met je aandacht diep naar binnen gekeerd, creatief te werken gaan er deuren open naar je onderbewuste waaruit beelden en woorden tevoorschijn komen die je zelf nooit had kunnen verzinnen. Het proces gaat gepaard met een (bijna heilige) diepgang en spiegelt je ziel.

Zodra ik weet hoe dit moet zal ik hier een foto van mijn masker uploaden. Vooralsnog nu eerst mijn gesprek met het masker en daarna het verhaal dat spontaan ontstond en in één beweging uit mij pen vloeide.
Voor mij is mijn masker een aboriginal. Een volk waar ik me erg mee verbonden voel. In de derde les mochten we met bijbehorende muziek (voor mij dus Didjeridoo muziek) met ons masker een solo dans voorstelling geven. Daar heb ik zo ontzettend van genoten, ik kon niet meer ophouden met lachen en kreeg kippenvel van de identificatie die ik voelde met de aboriginals.

 

Tekst uit mijn Tiki aantekeningen Jaar 1

Opdracht: DIALOOG met maskers
Twee stoelen tegen over elkaar. Op de ene staat het masker, op de ander zit je zelf. Ga de stilte in, observeer je masker en vraag je masker wat je wilt weten. Verwissel dan van stoel en houd je masker vast. Laat je masker het antwoord geven. Het moet een direct gesprek zijn van ik en jij, niet verhalend dus.

Mijn dialoog met mijn masker, hardop uitgesproken (P=ik / M= masker)
P: Het valt me ineens op dat je heel open bent, grote open ogen, grote open mond. Ik merk nu al wat je me daarmee wilt zeggen, ,nl.: de ogen zijn de vensters v/d ziel, zet ze open. Helder witte oogkassen, zuiverheid. De grote mond zegt mij: “communiceer ongedwongen”.
Wat kun je me nog meer vertellen wat ik nu niet zie?
M: Waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Wie heeft je dit geleerd? Wie heeft je ooit gezegd dit te doen?
P: ik dacht dat ík de vragen mocht stellen, maar ik zal er over nadenken.
Wat heb ik op dit moment nodig? Wat raadt jij me aan?
M: Ga terug naar jezelf tot in je kern. Laat al het overige los. Het is allemaal illusie. Het zijn je eigen bouwsels die toch geen stand houden. Het kost je alleen maar veel energie om er tegen te vechten. Laat ze afbrokkelen. Aan jou de keuze. Hoe sneller jij ervoor kiest, hoe sneller het licht van binnenuit door kan breken. Je eigen bouwsels zijn de wolken voor de zon. Leef je eigen waarheid, niet je illusies. Keer terug naar jezelf, naar jouw bron die jij bent: Liefde.
P: Kun je mij praktische tips geven hoe ik dit in de harde wereld voor elkaar kan krijgen? Wat kan ik doen?
M: Laat je hart spreken en communiceer vanuit je hart. (Zeg het gewoon, eenvoudigweg vanuit je hart, vanuit liefde). Laat je ziel zien, laat zien wie je bent. Ben niet bang dat ze je niet zullen begrijpen. Dat wat uit de waarheid ontstaat, begrijpt nl. iedereen (dat wat uit liefde gezegd wordt komt altijd goed aan). Je zult anderen hierdoor helpen zich ook te openen naar het licht.
Ben jezelf van binnenuit! Richt je niet op de ander.
Straal van binnen uit! Doe alleen wat goed is voor jou (wat bij jou hoort).
In je praktische leven: Zoek de eenvoud op!
P: Dank je wel, masker.

Daarna: Ik keek nog een tijdje in stilte naar mijn masker en voelde (h)erkenning, broederschap. Ik voel eenheid, het masker is een deel van mezelf.
Ik voel dat ik in mijn kern zo ben als het masker: eenvoudig, oermens, vrolijk.
Ik vind het mooi.


Het is werkelijk wonderlijk om mee te maken hoe tijdens het gesprek de woorden moeiteloos vanuit een bron lijken te vloeien die in mij is maar waar ik zonder stille aandacht en creativiteit nooit bij had gekomen. Het was heel bijzonder en zelfs ontroerend om dit te ervaren.

 

Verhaal bij het masker:


"The magical sound of the Didjeridoo"

Ik schrok op van een vreemd geluid: woa woa woa. Het duurde even voordat ik besefte waar ik was. O ja, op vakantie in Australië. Ik had net een dutje gedaan in de hangmat op het terras van het appartement. Maar wat was dit voor een vreemd geluid? Ik had het al eens gehoord op you-tube. Het was een didjeridoo, logisch ik was in Australië. Het klonk eentonig maar op de een of andere manier ook magisch. Ik stond op en besloot te gaan kijken waar het vandaan kwam. Ik griste nog snel even mijn masker mee. Ze hadden ons bij de reisorganisatie op het hart gedrukt niet van het complex af te gaan zonder deze bescherming. Het masker maakte je nl. onzichtbaar in gevaarlijke situaties, simpelweg door het op te zetten. Alleen de aboriginals hadden schijnbaar de gave om het masker te zien maar ach, die zouden we waarschijnlijk toch nooit tegenkomen. Woa woa, ik liep op het geluid af. Het leek niet ver weg maar al liep ik er voor mijn gevoel recht op af het leek steeds op dezelfde afstand te blijven. Opeens werd het heet onder mijn voeten. Ik bemerkte dat ik in de woestijn liep op blote voeten. Nou ja zeg, had ik vergeten mijn slippers aan te doen. En was ik dan ongemerkt zover afgedwaald? Ik moest maar eens teruggaan. Toen ik me omdraaide zag ik ineens een reuze schorpioen voor me in het zand. O mijn god, dacht ik en zette snel mijn masker op. De schorpioen nam de benen. Oeff, dank je wel maskertje.
Ik keek om me heen. Waar was ik ook al weer vandaan gekomen? Wat stom dat ik niet op de stand van de zon had gelet. Nu wist ik het echt niet meer. Ik zocht naar iets herkenbaars maar alle struiken en stenen leken ineens erg op elkaar.
En tot overmaat van ramp had ik mijn mobiel in het appartement laten liggen.
Woa Woa, klonk het nu ineens heel dicht bij. Die verdomde muziek ook. Waarom moest ik er ook zo nodig achteraan? Woa woa. Het leek wel vanachter die struik daar te komen. Als betoverd ging ik er toch weer op af. Plotseling kwam er een enorme slang op me af: sssssssssss. Oh shit, nou dat weer, ploep ik deed snel mijn masker op. Gelukkig, de slang droop af. Hmm, erg handig dat masker. Dat hadden ze toch maar goed geregeld bij Arke. Zou het me ook de weg terug naar het appartement wijzen als ik het ophield? Ik liep een aantal minuten met het masker op door de woestijn. Als ze me nu thuis zouden zien, dacht ik nog, en schoot in de lach.
Woa Woa. Plotseling was het geluid vlak achter me. Ik draaide me met een ruk om en zag een bruingebrande, bijna naakte, man met een enorme fluit (bij zich).
Verrek, dacht ik, waar kwam die zo snel vandaan? Hij zag er een beetje eng uit en gebaarde me naar hem toe te komen. Hij bracht vreemde klanken uit, het was beangstigend. Ik moest erg mijn best doen om niet in paniek te raken. Bovendien keek hij met zo’n doordringende blik aan die mij in een soort trance bracht. Even duizelde het me en leek ik een black-out te hebben. Het volgende moment verstond ik ineens de klanken en begreep alles wat hij zei. Hij noemde me “broeder” en lachte me toe met een brede grijns. Ik liet hem maar in de waan want als hij zou zien dat ik een vrouw was en hulpeloos alleen in de woestijn… Ik lachte maar dom mee. Hij dacht dat ik er één van hun was en nodigde me uit om op de Didjeridoo te spelen. Wat kon ik doen? Ik liep als gehypnotiseerd naar hem toe en pakte het muziekinstrument. Ik blies erin en er kwam warempel een mooi geluid uit. De aboriginal begon enthousiast in zijn handen te klappen en bleef maar lachen. Zijn lach was aanstekelijk en ik kon niet anders dan als een blij kind meelachen. Op dat moment verschenen er van achter de bosjes steeds meer aboriginals, mannen, vrouwen, kinderen. Ze kwamen al lachend langzaam op ons af. Ik speelde nog een paar tonen en ze begonnen spontaan te dansen en in hun handen te klappen. Een heel fijn gevoel van geborgenheid, vreugde en eenheid overspoelde me. Ik voelde me helemaal opgenomen in deze groep mensen die in zoveel eenvoud en vrijheid hier leefden.
Ik weet niet hoe lang ik daar stond maar op een gegeven moment kwam de eerste man weer met een brede grijns naar me toe, hij keek me recht in de ogen en zei liefdevol: “Leg dit gevoel voor eeuwig vast in je ziel. Reis er regelmatig terug naar toe en laat deze levensvreugde door heel je wezen stromen”
Je masker mag nu af, we weten wie je bent. En terwijl hij met zijn handen zachtjes mijn gezicht aanraakte zei hij: kind van het universum, geniet met volle teugen als je aan ons terugdenkt want wij zullen je voor altijd beschermen in je dromen. Toen deed hij het masker van mijn gezicht en de betovering werd verbroken.
Ik werd wakker, in mijn eigen bed in Nederland. Wauw, ik moest even bijkomen.
Zaterdag, zo meteen naar de Tiki, ging het even door mijn hoofd. Heel jammer dat het maar een droom was. Alhoewel, er ligt wel een masker op mijn nachtkastje en stil eens, hoor ik daar niet ....?